Om jouw bezoek aan deze website nóg makkelijker en persoonlijker te maken en het gebruik van deze website te kunnen blijven verbeteren, plaatsen we cookies. Ook plaatsen we cookies zodat we je gepersonaliseerde advertenties kunnen tonen. Door op ‘Akkoord’ te klikken accepteer je alle cookies. Lees meer
Wijzig je voorkeur via de ‘Cookie-instellingen’ onder aan de pagina. Lees het
Cookiebeleid
voor meer informatie.
Deze cookies zijn nodig voor de basisfunctionaliteiten van de website en zijn daarom standaard ingeschakeld.
Met deze cookies meten we het gebruik van de website en wordt het mogelijk gemaakt om je een persoonlijkere ervaring te bieden, gebaseerd op je interesses en bestelgedrag. Schakel je deze cookies in, dan kan dat leiden tot een betere ervaring.
Met deze cookies krijg je relevante advertenties en andere content aangeboden op basis van jouw interesses.
Bestrooi de schenkels met peper en zout. Verhit de olie in een snelkookpan en bak de schenkels rondom bruin.
Zet het vuur wat lager en doe de halve bollen knoflook en de uien bij de schenkels. Bak ze een paar minuten mee en giet dan de wijn en fond in de pan. Doe laurier, peperkorrels en tijm erbij en breng alles tegen de kook.
Sluit de pan af met de deksel en laat de pan op druk komen. Gebruik de hoogste druk, stand 2 van het drukventiel. Laat de schenkels 1 uur koken onder druk. Draai het vuur uit en laat de pan 15 minuten afkoelen tot de druk eraf is.
Laat overgebleven stoom eventueel ontsnappen door het drukventiel en open de pan. Het vlees moet goed gaar zijn maar mag nog niet van het bot vallen. Haal de schenkels uit de pan en houd ze warm.
Zeef het kookvocht en doe terug in de pan. Kook in tot een mooie saus.
Snijd de knolselderij in stukken en rasp in julienne op een mandoline. Doe in een kom en bestrooi met een theelepel zout en de suiker. Kneed de knolselderij goed door en laat 30 minuten staan.
Doe over op een zeef en duw er zoveel mogelijk vocht uit. Breng op smaak met de appelazijn, olijfolie en peterselie. Serveer de salade bij de schenkels.