Om jouw bezoek aan deze website nóg makkelijker en persoonlijker te maken en het gebruik van deze website te kunnen blijven verbeteren, plaatsen we cookies. Ook plaatsen we cookies zodat we je gepersonaliseerde advertenties kunnen tonen. Door op ‘Akkoord’ te klikken accepteer je alle cookies. Lees meer
Wijzig je voorkeur via de ‘Cookie-instellingen’ onder aan de pagina. Lees het
Cookiebeleid
voor meer informatie.
Deze cookies zijn nodig voor de basisfunctionaliteiten van de website en zijn daarom standaard ingeschakeld.
Met deze cookies meten we het gebruik van de website en wordt het mogelijk gemaakt om je een persoonlijkere ervaring te bieden, gebaseerd op je interesses en bestelgedrag. Schakel je deze cookies in, dan kan dat leiden tot een betere ervaring.
Met deze cookies krijg je relevante advertenties en andere content aangeboden op basis van jouw interesses.
Pel de garnalen, maar laat de kop eraan en verwijder de darmkanalen. Meng de garnalen met de knoflook, olijfolie, citroenrasp en piment. Laat minimaal 1 uur marineren.
Bak de garnalenschillen in een paar eetlepels olie aan op hoog vuur. Voeg de venkel, ui en wortel toe en bak een paar minuten mee. Roer de tomatenpuree erdoor en bak alles samen nog 1 minuut. Doe alles in een hoge pan en zet net onder water. Voeg de Noilly Prat, dragon en tomatenstukken toe en breng tegen de kook. Laat een uur trekken en passeer door een doek. Reduceer de bouillon met de room tot sausdikte.
Verwijder 4 van de buitenste bladeren van de savooiekool. Snijd de harde nerf eruit en leg een nacht te drogen in een droogoven op 55°C. Snijd de harde kern uit de kool (niet weggooien!) en het blad in dunne reepjes. Centrifugeer het sap uit de kern. Doe samen met de boter en koolreepjes in een pan en breng tegen de kook. Laat op laag vuur 15 minuten zachtjes stoven tot de kool zacht is.
Week de saffraandraadjes in de witte wijn. Verhit de bouillon in een pan. Fruit in een andere pan de sjalotjes in de boter en voeg na circa 3 minuten de rijst toe. Bak de rijst mee tot deze goed heet is en blus af met de witte wijn met saffraan. Laat de wijn verdampen en voeg dan een scheut bouillon toe. Blijf roeren tot de bouillon geheel is opgenomen door de rijst en voeg dan een nieuwe scheut toe. Ga zo door tot alle bouillon op is en de rijst beetgaar. Schep de parmezaan erdoor en breng op smaak met versgemalen peper en zout.
Bak de garnalen in de olijfolie. Serveer met de gestoofde kool en saffraanrisotto. Lepel de saus eromheen. Frituur het gedroogde koolblad kort op 180°C tot de nerven wit kleuren, maar het blad nog groen blijft. Laat uitlekken en serveer als ‘chips’ op het gerecht.