Om jouw bezoek aan deze website nóg makkelijker en persoonlijker te maken en het gebruik van deze website te kunnen blijven verbeteren, plaatsen we cookies. Ook plaatsen we cookies zodat we je gepersonaliseerde advertenties kunnen tonen. Door op ‘Akkoord’ te klikken accepteer je alle cookies. Lees meer
Wijzig je voorkeur via de ‘Cookie-instellingen’ onder aan de pagina. Lees het
Cookiebeleid
voor meer informatie.
Deze cookies zijn nodig voor de basisfunctionaliteiten van de website en zijn daarom standaard ingeschakeld.
Met deze cookies meten we het gebruik van de website en wordt het mogelijk gemaakt om je een persoonlijkere ervaring te bieden, gebaseerd op je interesses en bestelgedrag. Schakel je deze cookies in, dan kan dat leiden tot een betere ervaring.
Met deze cookies krijg je relevante advertenties en andere content aangeboden op basis van jouw interesses.
Smelt voor de kreeftensaus boter in een pan en roer er de bloem door. Laat 5 minuten garen en giet er hete melk bij.
Wrijf met een lepel de ansjovisfilets door een zeef. Roer door de béchamelsaus de puree van ansjovisfilets, de kreeftenpasta en de ponzu. Zeef de saus en breng op smaak met peper en zout.
Schil de asperges en snijd er de uiteinden af.
Doe de asperges in een pan met 1 liter water en 5 gram zout.
Laat de asperges 5 minuten koken.
Haal van het vuur en laat 15 minuten doorgaren.
Controleer of de asperges gaar zijn en laat uitlekken, bewaar het kookvocht.
Verwarm de zoete aardappelcrème in een pannetje, kruid met zout en peper en doe het in een wegwerpspuitzak.
Verhit de olijfolie in een koekenpan/bakplaat. Bestrooi de coquilles met peper en zout en bak ze kort aan beide zijden in olijfolie. Houd de coquilles warm.
Verhit het kookvocht van de asperges tot het kookpunt en pocheer er de zeekraal in.
Garneer met zoete aardappelcrème, viooltjes en Affilla cress.