- Snijd 2 bosuien doormidden en daarna in de lengte in reepjes. Leg ze met water en ijsblokjes een uurtje in de koeling zodat ze opkrullen. Snijd de rest van de bosui in ringen.
- Laat de vellen kombu in een steelpan met 1 liter koud water in een half uur zacht worden. Breng daarna op lage stand aan de kook met de meiknolletjes. Zet de warmtebron laag zodra het begint te koken en laat 20 minuten zacht doorkoken. Zeef de bouillon en zet apart.
- Verhit de zonnebloemolie en bak hierin de speklap met de chili, knoflook en bosui-ringen in 5 minuten lichtbruin. Blus af met de bouillon. Breng aan de kook en laat 10 minuten koken.
- Laat de tofu uitlekken. Voeg met de kool toe aan de soep en laat 3 minuten koken. Roer zodat de tofu uit elkaar valt.
- Bak intussen de schelpdieren in een droge koekenpan. Blus na een minuut af met 100 ml water en leg een deksel op de pan zodat ze gaarstomen. Na enkele minuten gaan ze open.
- Meng het geklutste ei door de soep en laat in 1 minuut net stollen. Verdeel de schelpen over kommen en schep de soep erop. Garneer met kimchi naar smaak, wat verse radijs voor de crunch en de krulletjes bosui.
- 10 bosuien
- 1 zakje kombu
- 2 meiknolletjes, geschild en in stukken
- 10 ml zonnebloemolie
- 400 g speklap, in stukjes
- 1 tl gemalen chili met garnalen
- 5 teentjes knoflook, fijngehakt
- 350 g tofu
- 300 g Chinese kool, in reepjes
- 250 g zee-amandelen (of andere schelpjes als kokkels, vongole of mosselen)
- 4 eieren, losgeklopt
- kimchi, naar eigen inzicht
- radijs, naar eigen inzicht