Tim Peters

Ze werken overal, van de schoonmaak en de keuken tot de bediening. Dat is afhankelijk van hun eigen wensen en de mate waarin ze de Nederlandse taal machtig zijn. Sommige wonen al een hele tijd in Nederland en spreken de taal goed, andere zijn hier nog maar net en hebben er nog moeite mee. Voor de bediening wil ik eigenlijk wel dat ze Nederlands kunnen spreken, al vind ik Engels steeds minder een probleem. In Amsterdam is het normaal dat gasten in het Engels worden aangesproken en in De Achterhoek gebeurt het ook steeds vaker - prima toch? Binnen het team hebben we wel afgesproken om onderling zoveel mogelijk Nederlands te spreken. Zo heeft niemand het idee dat er iets achter zijn rug om in een andere, onbekende taal besproken wordt. De diversiteit in het team is eigenlijk vanzelf zo gegroeid. Het begon met twee stagiairs die vluchteling waren en zij kenden weer andere mensen die werk zochten. Zo eens per jaar heb ik contact met iemand die de opvang bij ons in de regio regelt, om te bespreken of we nog een werkplek beschikbaar hebben. Ik heb nog niet meegemaakt dat iemand al horeca-ervaring had, maar dat hoeft ook helemaal niet. Die ervaring krijgen ze hier snel genoeg. Een van de medewerkers die begonnen is in de schoonmaak, is nu bijvoorbeeld bezig met een koksopleiding. Mijn ervaring is dat statushouders gemotiveerde medewerkers zijn, die weten wat hard werken is en die niet snel klagen. Ze passen ook prima in het team, we merken eigenlijk niets van cultuurverschillen.”